Slecht geslapen, nog steeds chagrijnig als ik op sta. Komt mooi uit want ruzie met een leverancier. Lekker uitwaaien op de motor. Siel vrij want maandag gewerkt. Gaat een boom halen. Meiden komen eten en mogen helpen versieren. Siel heeft flamkuchen met witlof gemaakt en een hammetje uit de oven. Smullen. ‘Avonds nog maar wat voetbal kijken.

